Reserveer het woord ‘onveilig’ voor fysiek gevaar, betogen Diederik Boomsma en Eric C. Hendriks-Kim. NRC, 16 nov. 2022.
Onlangs introduceerde filmproducent Marvel twee nieuwe, non-binaire superhelden, genaamd Snowflake en Safespace, met paars en blauw haar. Gefrustreerd over anti-woke critici hoopten de makers deze begrippen zo weer positief te laden, als geuzennamen. Zo kan Safespace beschermende, roze krachtvelden oproepen.
Het wordt moeilijk om ironie van infantilisering te onderscheiden, maar safe spaces bestaan niet alleen in films. ‘Veilige ruimtes’ werden voor het eerst ingesteld op Amerikaanse elite-universiteiten om studenten te beschermen tegen microagressies, foute meningen en ongewenste realiteiten. Rond 2016 waaiden ze over naar Nederland. Vorige maand nog organiseerde de Universiteit Leiden een Safe Space-voorstelling over ‘sociale veiligheid’ onder studenten.
‘Veilige ruimtes’ vragen alleen om wat extra empathie, heet het vaak, en wat is daar mis mee? Zo gesteld: weinig. Maar we leven zo onderhand in één grote safe space. De verveiliging rukt op in ons taalgebruik en kaapt onze verbeelding.
Gevoelens
Een paar jaar geleden nog werd bij ‘onveilige werkomgeving’ gedacht aan gaslekken, brand en instortende steigers. Inmiddels denkt men aan foute grappen. Belangrijke bron voor deze begripsverruiming waren, net als in de VS, de geesteswetenschappen. Op faculteiten wordt al decennia het concept ‘symbolisch geweld’ van de Franse socioloog Pierre Bourdieu gebruikt om te verwijzen naar het symbolische rangschikken van mensen. In versimpelde vorm sijpelde dit denken de alledaagse taal in. Het nieuwe ‘veilig’ gaat niet alleen meer om fysieke veiligheid, maar om gevoelens. Eén verkeerde opmerking kan een omgeving onveilig maken.
De begripsverruiming heeft gevolgen, want taal stuurt ons denken. En de gevolgen zijn negatief. De nieuwe veiligheid richt inmiddels grote schade aan in het hart van de Nederlandse democratie. Dat zien we in de affaires rond Khadija Arib, Gijs van Dijk, Nilufer Gündogan en Quinsy Gario.
Het patroon is als volgt. Steeds zou een politicus anderen een ‘onveilig’ gevoel hebben gegeven. De beschuldigingen blijven vaag, in ieder geval initieel. De buitenwacht moet genoegen nemen met het orwelliaanse etiket ‘grensoverschrijdend gedrag’. Steeds zouden er meerdere klagers zijn, maar die treden niet op de voorgrond omdat ze als slachtoffer recht hebben op anonimiteit. Het rapport van een extern bureau laat op zich wachten of wordt geheimgehouden. De vermeende onveiligmaker ontkent maar kan zich niet verdedigen, en voelt zich juist zélf verontveiligd. Zo stelde Quinsy Gario – die door BIJ1-leider Sylvana Simons werd verbannen omdat „het voor ieders veiligheid het beste is als hij de partij verlaat” – dat hij dáárdoor juist voor zijn leven moest vechten. Kuch.
Tenslotte kan de argwaan van de buitenwacht, die zich afvraagt of de anonieme beschuldigers geniepige spelletjes spelen, ook weer worden gekenmerkt als onveiligmakend. Simone Roos, griffier van de Tweede Kamer, trad vorige week terug omdat ze haar werknemers, zo schreef ze, geen „sociaal veilige werkomgeving” meer kon bieden. Dit vanwege alle publieke kritiek op haar rol en dat van de ambtelijke top van de Tweede Kamer bij het instellen van een onderzoek naar oud-Kamervoorzitter Arib. Onder deze omstandigheden lijkt het, aldus Roos, „zelfs niet meer sociaal veilig om mee te doen aan een feitenonderzoek naar aanleiding van meldingen over sociale veiligheid”. Ja, want publieke verantwoording afleggen – dat is onveilig.
Bedreiging
Wat is hier aan de hand? De securitization van alledaagse geschillen leidt tot een heilloos escalatieproces. Zodra je een conflict onder de noemer veiligheid plaatst, gooi je de weg naar dialoog dicht. Met iemand die je bedreigt of met vuisten om zich heen maait, kun je niet delibereren: zo iemand moet eerst worden gestopt, en gedisciplineerd. De autoriteiten moeten worden ingeschakeld. En geweld kent slachtoffers. Slachtoffers zijn niemand verantwoording schuldig, en hebben recht op bescherming en anonimiteit.
Als Van Dijk, Arib en Gario inderdaad (seksueel) geweld hadden gebruikt, zou je kunnen begrijpen dat hun slachtoffers vanuit de anonimiteit aanklagen. Maar daarvan is geen sprake. En datzelfde beschermingsmodel toepassen op arbeidsgeschillen, onenigheid, ongepaste opmerkingen en bullebakkerig bazengedrag, maakt het onmogelijk om conflicten proportioneel te benaderen, laat staan op te lossen.
De ambtenaren die Arib anoniem aanklaagden, hadden met haar om tafel gemoeten. Als dat niet ging omdat een onwerkbare situatie was ontstaan, hadden ze richting de buitenwereld concreet moeten uitspreken hoe en wat. Natuurlijk had dat tegenstand en boze reacties kunnen opleveren. Maar dat hoort erbij als je met klachten iemands carrière op het spel zet. Want anonimiteit zit publieke waarheidsvinding in de weg. Zoals Janny Dierx en Rob van Eijbergen al opmerkten in hun kritiek op publieke integriteitsprocessen in NRC: „Door (gedeeltelijke) vertrouwelijkheid wordt hoor en wederhoor belemmerd.”
Juist nu er een maatschappelijke discussie gaande is over de grenzen van gedrag en het risico van machtsmisbruik, moeten we kunnen bespreken wat wel en niet meer acceptabel is. Natuurlijk hoort er voor echte klokkenluiders altijd bescherming te zijn. Maar klokkenluiders gaat het er juist om dat de misstanden naar buiten komen.
Andere soorten narigheid
Kortom, dit moet anders. Ten eerste: verbreek de ban van het vermaledijde veiligheidsvertoog! Hoe? Zeg het hardop: onveilig is wie fysiek gevaar loopt. Gevallen van seksuele intimidatie vallen daar ook onder, omdat daar de dreiging van seksueel geweld vanuit gaat. Voor andere soorten van narigheid bestaan andere woorden. Onbehagelijk, onfatsoenlijk, ruw, rot, benauwend, benard: het woordenboek staat vol mooie woorden voor slechte dingen. Kies wat past.
Een verfijnd vocabulaire dient niet om allerhande alledaags lijden te trivialiseren, maar om vervolgstappen mogelijk te maken. Een conflict oplossen begint met een goede probleemduiding. Toegegeven, er is een grijs gebied van verbale agressiviteit op het randje van bedreiging. Maar het wordt niet beter als alles wordt verpakt in een groot containerbegrip.
Zorg er ten tweede voor dat als iemand wordt beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag, in ieder geval de gedragingen worden gedeeld, zodat duidelijk is waar het over gaat. En vermijd anonimiteit.
Naar voren treden met een klacht, vereist moed en is stressvol. Maar het hoort bij burgerschap. Goed burgerschap vereist een zekere stoerheid, want we beheren een echt land en niet een Amerikaanse elite-campus of Marvel-universum.
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 17 november 2022
Leave a Reply